8 En laten wij geen hoererij plegen, zoals sommigen van hen deden, en er vielen op één dag drieëntwintigduizend.
9 En laten wij de Here niet verzoeken, zoals sommigen van hen deden, en zij kwamen om door de slangen.
10 En mort niet, zoals sommigen van hen deden, en zij kwamen om door de verderfengel.
11 Dit is hun overkomen tot een voorbeeld (voor ons) en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie het einde der eeuwen gekomen is.
12 Daarom, wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valle.
13 Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt.
14 Daarom dan, mijn geliefden, ontvlucht de afgoderij!