1 Jaagt de liefde na en streeft naar de gaven des Geestes, doch vooral naar het profeteren.
2 Want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij geheimenissen.
3 Maar wie profeteert, spreekt voor de mensen stichtend, vermanend en bemoedigend.
4 Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf, maar wie profeteert, sticht de gemeente.