16 Of weet gij niet, dat wie zich aan een hoer hecht, één lichaam (met haar) is? Want, zegt Hij, die twee zullen tot één vlees zijn.
17 Maar die zich aan de Here hecht, is één geest (met Hem).
18 Vliedt de hoererij. Elke andere zonde, die een mens doet, gaat buiten zijn eigen lichaam om. Maar door hoererij bezondigt men zich aan zijn eigen lichaam.
19 Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt?
20 Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.