2 oude vrouwen als moeders, jonge vrouwen als zusters, in alle reinheid.
3 Houd als weduwen in ere, wie waarlijk weduwen zijn.
4 Maar indien een weduwe kinderen of kleinkinderen heeft, laten zij dan eerst aan eigen familie godsvrucht tonen en aan het vorig geslacht vergelden wat zij hun te danken hebben, want dit is welgevallig aan God.
5 Een ware weduwe dan, die alleen staat, heeft haar hoop op God gevestigd en volhardt in haar smekingen en gebeden dag en nacht;
6 doch zij, die een los leven leidt, is levend dood.
7 Ook deze dingen moet gij bevelen, opdat zij onberispelijk blijven.
8 Maar indien een vrouw voor de haren, en nog wel voor haar huisgenoten, niet zorgt, dan heeft zij haar geloof verloochend en is zij erger dan een ongelovige.