2 Korinthiërs 10:2 NBG51

2 ik zou (u) echter willen vragen, dat ik bij mijn komst geen groot woord zal moeten hebben in dat zelfvertrouwen, dat ik meen mij te kunnen veroorloven tegenover sommigen, die van mening zijn, dat wij naar het vlees leven.

Lees verder hoofdstuk 2 Korinthiërs 10

Uitzicht 2 Korinthiërs 10:2 in verband