10 Wie gij nu iets vergeeft, die vergeef ik het ook; want heb ik iets vergeven, gesteld dat ik iets vergeven heb, dan was het om uwentwil voor het aangezicht van Christus, opdat de satan op ons geen voordeel mocht behalen.
Lees verder hoofdstuk 2 Korinthiërs 2
Uitzicht 2 Korinthiërs 2:10 in verband