15 Neem gij u ook voor hem in acht, want hij heeft onze woorden zeer tegengewerkt.
16 Bij mijn eerste verdediging heeft niemand mij bijgestaan, maar allen hebben mij in de steek gelaten – het worde hun niet toegerekend;
17 doch de Here heeft mij ter zijde gestaan en kracht gegeven, zodat door mij de verkondiging tot haar recht gekomen is en al de heidenen haar hebben kunnen horen; en ik ben uit de muil van de leeuw verlost.
18 De Here zal mij beveiligen tegen alle boos opzet en behouden in zijn hemels Koninkrijk brengen. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen.
19 Groet Prisca en Aquila en het huis van Onesiforus.
20 Erastus is te Korinte gebleven, Trofimus heb ik ziek achtergelaten te Milete.
21 Doe uw best vóór de winter te komen. Eubulus, Pudens, Linus, Claudia en alle broeders laten u groeten.