13 Daarom verzoek ik u met aandrang, de moed niet op te geven bij mijn verdrukkingen om uwentwil, want die zijn een eer voor u.
14 Om die reden buig ik mijn knieën voor de Vader,
15 naar wie alle geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt,
16 opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens,
17 opdat Christus door het geloof in uw harten woning make. Geworteld en gegrond in de liefde,
18 zult gij dan samen met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is,
19 en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods.