15 Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen,
16 u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad.
17 Weest daarom niet onverstandig, maar tracht te verstaan, wat de wil des Heren is.
18 En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest,
19 en spreekt onder elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zingt en jubelt de Here van harte,
20 dankt te allen tijde in de naam van onze Here Jezus Christus God, de Vader, voor alles,
21 en weest elkander onderdanig in de vreze van Christus.