1 Paulus, een gevangene van Christus Jezus, en Timoteüs, de broeder, aan de geliefde Filemon, onze medearbeider,
2 aan Apfia, de zuster, aan Archippus, onze medestrijder, en aan de gemeente te uwen huize:
3 genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus.
4 Ik dank mijn God te allen tijde, als ik u in mijn gebeden gedenk,
5 daar ik hoor van uw liefde en van uw trouw, die gij hebt jegens de Here Jezus en al de heiligen,