9 toch geef ik ter wille van de liefde de voorkeur aan een verzoek. Nu het zó met mij is, dat ik, Paulus, een oud man ben, thans bovendien een gevangene van Christus Jezus,
10 kom ik u een verzoek doen voor mijn kind, dat ik in mijn gevangenschap verwekt heb, Onesimus,
11 die vroeger onbruikbaar voor u was, maar nu zeer bruikbaar is, zowel voor u als voor mij.
12 En ik zend hem, dat wil zeggen mijn hart, aan u terug.
13 Ik voor mij had hem wel bij mij willen houden, opdat hij mij namens u zou dienen in mijn gevangenschap ter wille van het evangelie,
14 maar ik heb niets buiten uw voorkennis willen doen, opdat wat goeds gij doet, niet uit dwang, maar vrijwillig zij.
15 Want hij is misschien wel daarom een tijdlang weg geweest, opdat gij hem voorgoed zoudt terughebben,