1 O, onverstandige Galaten, wie heeft u betoverd, wie Jezus Christus toch als gekruisigde voor de ogen geschilderd is?
2 Dit alleen zou ik van u willen weten: Hebt gij de Geest ontvangen ten gevolge van werken der wet, of van de prediking van het geloof?
3 Zijt gij zó onverstandig? Gij zijt begonnen met de Geest, eindigt gij nu met het vlees?
4 Was het dan tevergeefs, dat gij zoveel hebt ondervonden? Ware het slechts tevergeefs!
5 Die u de Geest schenkt en krachten onder u werkt, (doet Hij dit) ten gevolge van werken der wet, of van de prediking van het geloof?