12 Zij moesten zich maar laten snijden, die u verontrusten!
13 Want gij zijt geroepen, broeders, om vrij te zijn; (gebruikt) echter die vrijheid niet als een aanleiding voor het vlees, maar dient elkander door de liefde.
14 Want de gehele wet is in één woord vervuld, in dit: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
15 Indien gij echter elkander bijt en vereet, ziet dan toe, dat gij niet door elkander verslonden wordt.
16 Dit bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees.
17 Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees – want deze staan tegenover elkander – zodat gij niet doet wat gij maar wenst.
18 Indien gij u echter door de Geest laat leiden, dan zijt gij niet onder de wet.