1 Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op uzelf; gij mocht ook eens in verzoeking komen.
2 Verdraagt elkanders moeilijkheden; zó zult gij de wet van Christus vervullen.
3 Want indien iemand zich verbeeldt, dat hij iets is, en het niet is, dan vergist hij zich zeer.
4 Ieder moet zijn eigen werk toetsen; dan zal hij slechts voor zichzelf stof tot roem hebben en niet voor een ander.