3 Want indien iemand zich verbeeldt, dat hij iets is, en het niet is, dan vergist hij zich zeer.
4 Ieder moet zijn eigen werk toetsen; dan zal hij slechts voor zichzelf stof tot roem hebben en niet voor een ander.
5 Want ieder zal zijn eigen last dragen.
6 En hij, die onderricht wordt in het woord, dele van alle goed mede aan wie dat onderricht geeft.
7 Dwaalt niet, God laat niet met Zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten.
8 Want wie op (de akker van) zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie op (de akker van) de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten.
9 Laten wij niet moede worden goed te doen, want, wanneer het eenmaal tijd is, zullen wij oogsten, als wij niet verslappen.