21 En op een bepaalde dag hield Herodes, in een koninklijk kleed op de troon gezeten, een rede tot hen;
22 en het volk juichte hem toe: De stem van een god en niet van een mens!
23 En terstond sloeg hem een engel des Heren, omdat hij God de eer niet gaf; en hij werd door wormen gegeten en blies de adem uit.
24 En het woord des Heren wies en verbreidde zich.
25 Barnabas nu en Saulus keerden terug uit Jeruzalem na hun liefdedienst te hebben volbracht, en namen ook Johannes, bijgenaamd Marcus, mede.