23 Hij zeide: Ik ben de stem van een die roept in de woestijn: Maakt recht de weg des Heren, gelijk de profeet Jesaja gesproken heeft.
24 En er waren sommigen afgezonden uit de Farizeeën.
25 En zij vroegen hem en zeiden tot hem: Waarom doopt gij dan, indien gij de Christus niet zijt, noch Elia, noch de profeet?
26 Johannes antwoordde hun en zeide: Ik doop met water; midden onder u staat Hij, van wie gij niet weet,
27 Hij, die na mij komt, wiens schoenriem ik niet waardig ben los te maken.
28 Dit geschiedde te Betanië over de Jordaan, waar Johannes doopte.
29 De volgende dag zag hij Jezus tot zich komen en zeide: Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.