35 Jezus dan zeide tot hen: Nog een korte tijd is het licht onder u. Wandelt, terwijl gij het licht hebt, opdat de duisternis u niet overvalle; en wie in de duisternis wandelt, weet niet, waar hij heengaat.
36 Gelooft in het licht zolang gij het licht hebt, opdat gij kinderen des lichts moogt zijn.Dit sprak Jezus en Hij ging heen en verborg Zich voor hen.
37 En hoewel Hij zovele tekenen voor hun ogen gedaan had, geloofden zij niet in Hem,
38 opdat het woord van de profeet Jesaja vervuld werd, dat hij sprak: Here, wie heeft geloofd, wat hij van ons hoorde? En aan wie is de arm des Heren geopenbaard?
39 Hierom konden zij niet geloven, omdat Jesaja elders gezegd heeft:
40 Hij heeft hun ogen verblind en hun hart verhard, dat zij niet met hun ogen zien, met hun hart verstaan en zich bekeren, en Ik hen geneze.
41 Dit zeide Jesaja, omdat hij zijn heerlijkheid zag en van Hem sprak.