12 Zij vroegen hem: Wie is de mens, die tot u gezegd heeft: Neem op en ga uws weegs?
13 En de genezene wist niet, wie het was; want Jezus was ontweken, omdat er een (grote) schare op die plaats was.
14 Daarna vond Jezus hem in de tempel en zeide tot hem: Zie, gij zijt gezond geworden; zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkome.
15 De man ging heen en zeide tot de Joden, dat het Jezus was, die hem gezond gemaakt had.
16 En daarom wilden de Joden Jezus vervolgen, omdat Hij deze dingen op sabbat deed.
17 Maar Hij antwoordde hun: Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook.
18 Hierom dan trachtten de Joden des te meer Hem te doden, omdat Hij niet alleen de sabbat schond, maar ook God zijn eigen Vader noemde en Zich dus met God gelijkstelde.