43 Er ontstond dan verdeeldheid bij de schare om Hem;
44 en sommigen van hen wilden Hem grijpen, maar niemand sloeg de handen aan Hem.
45 De dienaars dan gingen naar de overpriesters en Farizeeën en die zeiden tot hen: Waarom hebt gij Hem niet medegebracht?
46 De dienaars nu antwoordden hun: Nooit heeft een mens zó gesproken, als deze mens spreekt!
47 De Farizeeën dan antwoordden hun: Zijt gij soms ook verleid?
48 Heeft soms één van de oversten in Hem geloofd, of van de Farizeeën?
49 Maar die schare, die de wet niet kent, vervloekt zijn zij!