3 in wie al de schatten der wijsheid en kennis verborgen zijn.
4 Dit zeg ik, opdat niemand u met drogredenen misleide.
5 Want al ben ik naar het vlees afwezig, naar de geest ben ik bij u en ik zie met blijdschap de orde, die bij u heerst, en de hechtheid van uw geloof in Christus.
6 Nu gij Christus Jezus, de Here, aanvaard hebt, wandelt in Hem,
7 geworteld en dan opgebouwd wordend in Hem, bevestigd wordend in het geloof, zoals u geleerd is, overvloeiende in dankzegging.
8 Ziet toe, dat niemand u medeslepe door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus,
9 want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk;