9 dat hij door het lot werd aangewezen, volgens de regel van de priesterdienst, om de tempel des Heren binnen te gaan en het reukoffer te brengen.
10 En de gehele volksmenigte was buiten in gebed op het uur van het reukoffer.
11 En hem verscheen een engel des Heren, staande ter rechterzijde van het reukofferaltaar.
12 En Zacharias ontroerde bij dat gezicht, en vrees beving hem.
13 Maar de engel zeide tot hem: Wees niet bevreesd, Zacharias, want uw gebed is verhoord en uw vrouw Elisabet zal u een zoon baren en gij zult hem de naam Johannes geven.
14 En blijdschap en vreugde zal uw deel zijn en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden.
15 Want hij zal groot zijn voor de Here en wijn en sterke drank zal hij niet drinken en met de heilige Geest zal hij vervuld worden, reeds van de schoot zijner moeder aan,