23 Want het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding.
24 Let op de raven, zij zaaien niet en zij maaien niet, zij hebben geen voorraadkamer of schuur, en toch voedt God ze. Hoe ver gaat gij de vogelen te boven!
25 Wie van u kan door bezorgd te zijn een el aan zijn lengte toevoegen?
26 Indien gij dan zelfs het geringste niet kunt, wat zult gij u bezorgd maken om het overige?
27 Let op de leliën, hoe zij spinnen noch weven, en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze.
28 Indien nu God het gras op het veld, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zó bekleedt, hoeveel te meer u, kleingelovigen?
29 En gij, zoekt niet wat gij eten of drinken zult en weest niet verontrust,