38 En wanneer hij in de tweede of in de derde nachtwake komt en hen zó aantreft, zalig zijn zij.
39 Maar weet dit: Als de heer des huizes geweten had, op welk uur de dief zou komen, hij zou in zijn huis niet hebben laten inbreken.
40 Weest ook gij bereid, want op een uur, dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des mensen.
41 En Petrus zeide: Heer, zegt Gij met het oog op ons deze gelijkenis, of ook met het oog op allen?
42 En de Here zeide: Wie is dan de trouwe, de verstandige rentmeester, die de heer over zijn bedienden zal stellen om hun op tijd hun deel te geven?
43 Zalig die slaaf, die zijn heer bij zijn komst zó bezig zal vinden.
44 Waarlijk, Ik zeg u, dat hij hem over al zijn bezit zal stellen.