28 Laat hij hen dan ernstig waarschuwen, dat ook zij niet in deze plaats der pijniging komen.
29 Maar Abraham zeide: Zij hebben Mozes en de profeten, naar hen moeten zij luisteren.
30 Doch hij zeide: Neen, vader Abraham, maar indien iemand van de doden tot hen komt, zullen zij zich bekeren.
31 Doch hij zeide tot hem: Indien zij naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen zij ook, indien iemand uit de doden opstaat, zich niet laten gezeggen.