27 zij aten, zij dronken, zij huwden, en zij werden ten huwelijk genomen tot op de dag, waarop Noach in de ark ging en de zondvloed kwam en allen verdelgde.
28 Op dezelfde wijze als het geschiedde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden.
29 Maar op de dag, waarop Lot uit Sodom ging, regende vuur en zwavel van de hemel en verdelgde hen allen.
30 Op dezelfde wijze zal het gaan op de dag, waarop de Zoon des mensen geopenbaard wordt.
31 Wie op die dag op het dak zal zijn, terwijl zijn huisraad in huis is, ga niet naar beneden om het te halen, en wie in het veld is evenzo, hij kere niet terug.
32 Denkt aan de vrouw van Lot!
33 Ieder, die zijn leven zal trachten te behouden, die zal het verliezen, maar ieder, die het verliezen zal, die zal het vernieuwen.