45 En Hij ging de tempel binnen en begon de kooplieden uit te drijven,
46 en Hij zeide tot hen: Er staat geschreven: En mijn huis zal een bedehuis zijn, maar gij hebt het tot een rovershol gemaakt.
47 En Hij leerde dagelijks in de tempel. De overpriesters en schriftgeleerden, evenals de voornaamsten van het volk, zochten gelegenheid Hem om te brengen,
48 maar zij vonden niets dat zij zouden kunnen doen, want al het volk hing aan zijn lippen.