9 En zij zeiden tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij het gereed maken?
10 Hij zeide tot hen: Zie, wanneer gij de stad inkomt, zal u een man tegenkomen, die een kruik water draagt. Volgt Hem in het huis, dat hij binnengaat,
11 en zegt dan tot de heer van dat huis: De Meester zegt u: Waar is het vertrek, waar Ik met mijn discipelen het Pascha kan eten?
12 En hij zal u een grote bovenzaal wijzen, van alles voorzien: maakt het daar gereed.
13 En zij gingen heen en vonden het zoals Hij hun gezegd had, en zij maakten het Pascha gereed.
14 En toen het uur aangebroken was, ging Hij aanliggen en de apostelen met Hem.
15 En Hij zeide tot hen: Ik heb vurig begeerd dit Pascha met u te eten, eer Ik lijd.