13 Pilatus nu riep de overpriesters en de oversten en het volk bijeen en zeide tot hen:
14 Gij hebt deze mens bij mij gebracht als iemand, die het volk afvallig maakt, en zie, ik heb Hem in uw tegenwoordigheid verhoord en in deze mens geen enkele grond gevonden voor datgene, waarvan gij Hem beschuldigt.
15 En ook Herodes niet; want hij heeft Hem tot ons teruggezonden. En zie, er is niets door Hem bedreven, dat de dood verdient.
16 Ik zal Hem dus geselen en dan loslaten.
17 [Want hij was verplicht hun op het feest iemand los te laten.]
18 Maar zij schreeuwden als één man, zeggende: Weg met Hem, laat ons Barabbas los!
19 En deze was wegens een oproer, dat in de stad was voorgevallen, en een doodslag gevangengezet.