47 en dat in zijn naam moest gepredikt worden bekering tot vergeving der zonden aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem.
48 Gij zijt getuigen van deze dingen.
49 En zie, Ik doe de belofte mijns Vaders op u komen. Maar gij moet in de stad blijven, totdat gij bekleed wordt met kracht uit den hoge.
50 En Hij leidde hen naar buiten tot bij Betanië en Hij hief de handen omhoog en zegende hen.
51 En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde.
52 En zij keerden terug naar Jeruzalem met grote blijdschap,
53 en zij waren voortdurend in de tempel, lovende God.