14 En Hij gebood hem het aan niemand te zeggen, maar (zeide Hij) ga heen, toon u aan de priester en breng het offer voor uw reiniging, gelijk Mozes voorgeschreven heeft, hun tot een getuigenis.
15 Maar het gerucht over Hem ging steeds verder rond en vele scharen stroomden samen om te horen en zich te laten genezen van hun ziekten.
16 Doch Hij trok Zich terug in de eenzame plaatsen om te bidden.
17 En het geschiedde op een dier dagen, terwijl Hij bezig was te leren, dat er ook Farizeeën en wetgeleerden zaten, die gekomen waren uit alle dorpen van Galilea en Judea en uit Jeruzalem. En er was kracht des Heren, zodat Hij kon genezen.
18 En zie, daar kwamen (enige) mannen met een verlamde op een bed, en zij trachtten hem binnen te dragen en [hem] vóór Hem te leggen.
19 En toen zij geen gelegenheid vonden om hem binnen te dragen, vanwege de schare, gingen zij het dak op en lieten hem met zijn bed door de tegels in het midden neder, vlak vóór Jezus.
20 En hun geloof ziende, zeide Hij: Mens, uw zonden zijn u vergeven.