36 Hij sprak ook een gelijkenis tot hen: Niemand scheurt een lap van een nieuw kledingstuk af om die op een oud kledingstuk te zetten. Anders zal hij niet alleen het nieuwe scheuren, maar de lap van het nieuwe zal ook niet passen bij het oude.
37 En niemand doet jonge wijn in oude zakken; anders zal de jonge wijn de zakken scheuren en weglopen en de zakken gaan verloren;
38 maar jonge wijn moet men in nieuwe zakken doen.
39 En niemand, die oude gedronken heeft, wil jonge, want hij zegt: De oude is voortreffelijk.