1 Toen riep Hij de twaalven samen en gaf hun macht en gezag over alle boze geesten en om ziekten te genezen.
2 En Hij zond hen uit om het Koninkrijk Gods te verkondigen en genezingen te doen,
3 en Hij zeide tot hen: Neemt niets mede voor onderweg, geen staf of reiszak, geen brood of zilvergeld, en hebt ook niet twee hemden bij u.
4 En komt gij ergens in een huis, blijft daar en reist vandaar verder.
5 En zijn er, die u niet willen ontvangen, gaat dan weg uit die stad en schudt het stof af van uw voeten tot een getuigenis tegen hen.