23 en hij smeekte Hem dringend, zeggende: Mijn dochtertje ligt op haar uiterste; kom toch en leg haar de handen op, dan zal zij behouden worden en in leven blijven.
24 En Hij ging met hem mede en een grote schare volgde Hem en zij drongen tegen Hem op.
25 En een vrouw, die twaalf jaar aan bloedvloeiingen geleden had,
26 en veel doorstaan had van vele dokters en al het hare daaraan ten koste had gelegd en geen baat had gevonden, maar veeleer achteruit was gegaan,
27 had gehoord, wat er van Jezus verteld werd, en zij kwam tussen de schare en raakte van achter zijn kleed aan.
28 Want zij zeide: Indien ik slechts zijn klederen kan aanraken, zal ik behouden zijn.
29 En terstond droogde de bron van haar bloed op en zij bemerkte aan haar lichaam, dat zij van haar kwaal genezen was.