39 En Hij droeg hun op, dat allen groepsgewijze moesten gaan zitten op het groene gras.
40 En zij gingen zitten in groepen van honderd en van vijftig.
41 En Hij nam de vijf broden en de twee vissen, zag op naar de hemel, sprak de zegen uit en brak de broden en gaf ze aan de discipelen, dat die ze hun zouden voorzetten, en de twee vissen verdeelde Hij onder allen.
42 En zij aten allen en werden verzadigd.
43 En zij raapten de brokken op, twaalf manden vol, en ook van de vissen.
44 En die de broden gegeten hadden, waren vijfduizend man.
45 En terstond dwong Hij zijn discipelen in het schip te gaan en Hem vooruit te varen naar de overkant, naar Betsaïda, terwijl Hij zelf de schare wegzond.