8 En zij aten en werden verzadigd en zij raapten het overschot der brokken op, zeven korven.
9 En het waren er ongeveer vierduizend en Hij zond hen weg.
10 En terstond ging Hij met zijn discipelen in het schip en kwam in het gebied van Dalmanuta.
11 En de Farizeeën liepen uit en begonnen met Hem te redetwisten; en zij begeerden van Hem een teken uit de hemel, om Hem te verzoeken.
12 En Hij, diep zuchtend in zijn geest, zeide: Waartoe begeert dit geslacht een teken? Voorwaar, Ik zeg u: Aan dit geslacht zal voorzeker geen teken gegeven worden!
13 En Hij liet hen alleen en Hij ging weder scheep en vertrok naar de overkant.
14 En zij hadden vergeten broden mede te nemen, en behalve één brood hadden zij niets bij zich in het schip.