13 Toen zeide Hij tot die mens: Strek uw hand uit. En hij strekte haar uit en zij werd weder gezond gelijk de andere.
14 En de Farizeeën gingen heen en spanden tegen Hem samen ten einde Hem om te brengen.
15 Maar Jezus doorzag het en ging vandaar weg. En velen volgden Hem en Hij genas hen allen,
16 en Hij verbood hun ten strengste Hem bekend te maken,
17 opdat vervuld zou worden het woord, gesproken door de profeet Jesaja, toen hij zeide:
18 Zie, mijn knecht, die Ik verkoren heb, mijn geliefde, in wie mijn ziel een welbehagen heeft;Ik zal mijn Geest op Hem leggenen Hij zal de heidenen het oordeel verkondigen.
19 Hij zal niet twisten of schreeuwen, en niemand zal op de pleinen zijn stem horen.