17 opdat vervuld zou worden het woord, gesproken door de profeet Jesaja, toen hij zeide:
18 Zie, mijn knecht, die Ik verkoren heb, mijn geliefde, in wie mijn ziel een welbehagen heeft;Ik zal mijn Geest op Hem leggenen Hij zal de heidenen het oordeel verkondigen.
19 Hij zal niet twisten of schreeuwen, en niemand zal op de pleinen zijn stem horen.
20 Het geknakte riet zal Hij niet verbrekenen de walmende vlaspit zal Hij niet uitdoven,voordat Hij het oordeel tot overwinning heeft gebracht.
21 En op zijn naam zullen de heidenen hopen.
22 Toen bracht men een bezetene tot Hem, die blind en stom was. En Hij genas hem, zodat de stomme sprak en zag.
23 En al de scharen waren buiten zichzelf en zeiden: Dit is toch niet de Zoon van David?