1 Op die dag ging Jezus het huis uit en Hij zat bij de zee.
2 En vele scharen vergaderden zich bij Hem, zodat Hij in een schip ging en daar nederzat, en de gehele schare stond op de oever.
3 En Hij sprak tot hen vele dingen in gelijkenissen en zeide: Zie, een zaaier ging uit om te zaaien.
4 En bij het zaaien viel een deel langs de weg en de vogels kwamen en aten het op.
5 Een ander deel viel op de steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had, en terstond schoot het op, omdat het geen diepe aarde had,