7 waarom hij haar onder ede toezegde haar te geven, wat zij maar vragen zou.
8 En zij, opgestookt door haar moeder, zeide: Geef mij hier op een schotel het hoofd van Johannes de Doper.
9 En de koning werd bedroefd, maar om zijn eden, en om hen die mede aanlagen, beval hij het haar te geven,
10 en hij liet Johannes in de gevangenis onthoofden.
11 En zijn hoofd werd op een schotel gebracht en aan het meisje gegeven en zij bracht het aan haar moeder.
12 En zijn discipelen kwamen en namen zijn lijk weg en begroeven hem; en zij gingen heen en berichtten het aan Jezus.
13 Toen Jezus dit hoorde, trok Hij Zich vandaar in een schip terug naar een eenzame plaats, alleen. En toen de scharen dit hoorden, volgden zij Hem te voet uit de steden.