1 Toen kwamen uit Jeruzalem Farizeeën en schriftgeleerden tot Jezus en vroegen:
2 Waarom overtreden uw discipelen de overlevering der ouden?
3 Immers, zij wassen hun handen niet, wanneer zij brood eten. Hij antwoordde hun en zeide: Waarom overtreedt ook gij ter wille van uw overlevering (zelfs) het gebod Gods?
4 Want God heeft gezegd: Eer uw vader en uw moeder, en: Wie vader of moeder vervloekt, zal de dood sterven.