1 En het geschiedde, toen Jezus deze woorden geëindigd had, dat Hij uit Galilea vertrok, en Hij kwam over de Jordaan in het gebied van Judea.
2 En vele scharen volgden Hem en Hij genas hen aldaar.
3 En er kwamen Farizeeën tot Hem om Hem te verzoeken, en zij zeiden: Is het geoorloofd zijn vrouw weg te zenden om allerlei redenen?
4 Hij antwoordde en zeide: Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw heeft gemaakt?
5 En Hij zeide: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot één vlees zijn.