36 Voorwaar, Ik zeg u: Al deze dingen zullen komen over dit geslacht.
37 Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt, wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert, en gij hebt niet gewild.
38 Zie, uw huis wordt aan u overgelaten.
39 Want Ik zeg u, gij zult Mij van nu aan niet meer zien, totdat gij zegt:Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren!