42 Anderen heeft Hij gered, Zichzelf kan Hij niet redden. Hij is Israëls Koning; laat Hij nu van het kruis afkomen en wij zullen aan Hem geloven.
43 Hij heeft zijn vertrouwen op God gesteld; laat die Hem nu verlossen, indien Hij een welgevallen in Hem heeft; want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon.
44 Op dezelfde wijze beschimpten Hem ook de rovers, die met Hem gekruisigd waren.
45 En van het zesde uur af kwam er duisternis over het gehele land tot het negende uur.
46 Omstreeks het negende uur riep Jezus met luider stem, zeggende: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat is: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?
47 En sommige van de omstanders, dit horende, zeiden: Hij roept Elia.
48 En terstond liep een van hen toe en nam een spons, drenkte die met zure wijn, stak ze op een riet en gaf Hem te drinken.