10 uw Koninkrijk kome;uw wil geschiede,gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.
11 Geef ons heden ons dagelijks brood;
12 en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
13 en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. [Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.]
14 Want indien gij de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven;
15 maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven.
16 En wanneer gij vast, toont dan niet, zoals de huichelaars, een somber gelaat; want zij maken hun aangezicht ontoonbaar, om zich aan de mensen te vertonen, wanneer zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds.