18 Terwijl Hij dit tot hen sprak, zie, een overste (der synagoge) kwam tot Hem en viel voor Hem neder, en zeide: Mijn dochter is zo juist gestorven, maar kom en leg uw hand op haar en zij zal leven.
19 En Jezus stond op en volgde hem met zijn discipelen.
20 En zie, een vrouw, die reeds twaalf jaren aan bloedvloeiingen leed, kwam van achteren tot Hem en raakte de kwast van zijn kleed aan.
21 Want, zeide zij bij zichzelf, indien ik slechts zijn kleed aanraak, zal ik behouden zijn.
22 Maar Jezus keerde Zich om, zag haar en zeide: Houd moed, dochter, uw geloof heeft u behouden. En de vrouw was behouden van dat ogenblik af.
23 En toen Jezus in het huis van de overste kwam en de fluitspelers en het misbaar van de schare zag,
24 zeide Hij: Gaat heen, want het meisje is niet gestorven, maar het slaapt. En zij lachten Hem uit.