5 En daarna zag ik, en de tempel van de tent der getuigenis in de hemel ging open;
6 en de zeven engelen, die de zeven plagen hadden, kwamen uit de tempel, bekleed met rein en blinkend linnen en de borst omgord met een gouden gordel.
7 En een van de vier dieren gaf aan de zeven engelen zeven gouden schalen, vol van de gramschap van God, die leeft tot in alle eeuwigheden.
8 En de tempel werd vervuld met rook vanwege de heerlijkheid Gods en vanwege zijn kracht; en niemand kon de tempel binnengaan, voordat de zeven plagen der zeven engelen voleindigd waren.