23 En haar kinderen zal Ik de dood doen sterven en alle gemeenten zullen inzien, dat Ik het ben, die nieren en harten doorzoek; en Ik zal u vergelden, een ieder naar uw werken.
24 Doch Ik zeg tot u allen, die voorts te Tyatira zijt, en deze leer niet hebt en die niet, gelijk zij zeggen, de diepten des satans hebt leren kennen: Ik leg u geen andere last op.
25 Maar wat gij hebt, houdt dat vast, totdat Ik gekomen ben.
26 En wie overwint en mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen;
27 en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf, als aardewerk worden zij verbrijzeld, gelijk ook Ik van mijn Vader ontvangen heb,
28 en Ik zal hem de morgenster geven.
29 Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt.