28 Wanneer ik mij dan hiervan gekweten en hun deze opbrengst afgedragen heb, zal ik over uw stad naar Spanje reizen.
29 En ik weet, dat ik bij mijn komst te uwent met een volle zegen van Christus zal komen.
30 Maar, [broeders,] ik vermaan u bij onze Here Jezus Christus en bij de liefde des Geestes, om samen met mij te worstelen in den gebede voor mij tot God,
31 opdat ik behoed worde voor de weerspannigen in Judea, en dat mijn dienstbetoon voor Jeruzalem gunstig worde opgenomen door de heiligen,
32 opdat ik, in blijdschap tot u gekomen met Gods wil, mij tezamen met u verkwikken moge.
33 De God nu des vredes zij met u allen! Amen.