9 Want er ligt een belofte in dit woord: omstreeks deze tijd zal Ik komen en Sara zal een zoon hebben.
10 Maar dit niet alleen; daar is ook Rebekka, bevrucht van één man, onze vader Isaak.
11 Want toen de kinderen nog niet geboren waren en goed noch kwaad hadden gedaan – opdat het verkiezend voornemen Gods zou blijven, niet op grond van werken, maar op grond daarvan, dat Hij riep, –
12 werd tot haar gezegd: De oudste zal de jongste dienstbaar zijn,
13 gelijk geschreven staat: Jakob heb Ik liefgehad, maar Esau heb Ik gehaat.
14 Wat zullen wij dan zeggen: Zou er onrechtvaardigheid zijn bij God? Volstrekt niet!
15 Want Hij zegt tot Mozes: Over wie Ik Mij ontferm, zal Ik Mij ontfermen, en jegens wie Ik barmhartig ben, zal Ik barmhartig zijn.